Plaats van het werk: Magasin Petit pois, Rue de Nimy 42- kant van de Rue verte

Vele stedelijke kunstenaars werken in een collectief. Dat is ook het geval hier met Jana & Js die sinds 2006 samen schilderen. Ze creëren samen veelkleurige muurschilderingen van verschillende groottes. Hierbij gebruiken ze de techniek van het sjabloon (ontwikkeld bij kunstenaars-werkers binnen het collectief wca) dat enkel op hun fotografisch werk steunt. Hun belangrijkste inspiratiebronnen zijn steden en hun inwoners. We vinden trouwens in hun schilderijen architecturale elementen of stedelijke landschappen terug die hun plaats innemen naast het portret. Ze concentreren zich van nu af aan op de nostalgie, de melancholie. Jana & Js hebben eerst een tijdje in Madrid (Spanje) gewoond, waar ze elkaar hebben leren kennen. Daarna volgden enkele jaren in Parijs. Momenteel wonen ze in Salzburg in Oostenrijk. Ze zijn hun carrière begonnen door onverwachte ruimtes in te nemen en sjablonen aan te brengen op openbare infrastructuur, meestal in ruimtes in opbouw of afgebroken ruimtes zoals spoorwegen, oude gebouwen, palen, stukken beton, oude vrachtwagens, stapels hout.... Ze worden onophoudelijk geïnspireerd door de plaatsen waar ze actief zijn, waarbij ze de sociale betekenis van de stedelijke landschappen proberen te ontcijferen. Wat echter het meeste opvalt in hun werk is niet zozeer de panorama’s zelf, maar de mensen die ze afbeelden met hun existentieel onbehagen. Ze hebben een unieke manier om mensen, hun emoties, verlangens en bekommernissen te verbinden met hun directe omgeving. Hun stedelijke acties brengen met andere woorden samen, lokken reflectie uit en betrekken de toeschouwers bij een artistieke dialoog.
Typisch voor Mons is dat een aanzienlijk onroerend erfgoed uit de 18de en 19de eeuw bewaard is gebleven. Wanneer we de tijd nemen om de gevels in het centrum van Mons te bekijken, valt het al snel op dat veel oude gebouwen een opmerkelijk kenmerk vertonen, namelijk gevels met dichtgemetselde ramen, of valse ramen om precies te zijn. Dit typische architecturale element, dat we eveneens vaak terugvinden in Frankrijk en vooral in Parijs, verscheen aan het einde van de 18de eeuw als gevolg van een belasting die onder de Franse bezetting tussen 1795 en 1815 uitgevaardigd werd. De belasting werd opgelegd door het Directoire in 1798. Ze is van toepassing op ramen en deuren die op de straat, binnenplaatsen of tuinen van gebouwen en fabrieken uitgeven op het hele grondgebied van de Republiek. Het is dus een belasting op het aantal ramen en deuren van een woning. De inwoners hebben dan ook al snel beslist een aantal ramen op te geven. De inwoners van Mons waren hierbij geen uitzondering. Veel straatkunstenaars benutten dit speciale stedelijke kenmerk. Dat is ook het geval hier voor Jana & Js. Het raam is voor dit kunstenaarsduo een essentieel element in hun artistieke benadering. Wat hier speciaal is, is dat het niet zo duidelijk is waar de muurschildering precies begint of eindigt. Er vindt een subtiel narratief spel plaats tussen architectuur, stedelijke ruimte en het onderwerp zelf van het werk. De volledige gevel moet dus opgevat worden als een integraal deel van een surrealistisch mechanisme dat door de kunstenaars gebruikt wordt. De natuurlijke grens tussen de werkelijke wereld en de wereld van de verbeelding vervaagt hierdoor; wij worden op deze manier betrokken bij deze muurschildering. Ze bevindt zich op de hoek van een straat op de eerste verdieping van een oude woning in Mons, dat trouwens de geboortestad van het Belgische surrealisme is. De samenstelling van het beeld verandert de zin van de interpretatie: het zicht op de gevel van het stadhuis, dat zich een paar honderd meter verder bevindt, is levensgroot zichtbaar binnen in het huis. De raam scheidt hier niet langer de binnenkant van de buitenkant. Bovendien maken de twee personages op het voorplan deel uit van dezelfde vervaging tussen droom en realiteit; ze zijn gekleed zoals u en ik, wij verrassen hen in de straat, binnen in hun interieur, in een melancholieke en dromerige houding... De picturale esthetica is niet de essentie. Wij voelen hier wel aan dat wat werkelijk van belang is zich elders bevindt, in de wereld van de verbeelding. “Het raam is een essentieel element van ons werk,” leggen de kunstenaars uit. “Is het een opening op de buitenwereld, of een opening op de wereld van de verbeelding, van de droom, de intimiteit, of misschien beiden? Het is die dubbele opening die wij hier vormgeven. In een surrealistisch spel waar we nu eens de buitenwereld dan weer de binnenwereld zien, plaatsen deze twee ramen ons in de stad (Mons, in dit geval) maar ook in de innerlijke wereld van deze twee personages.”