De Ducasse van Mons is voor de Bergenaren een van de belangrijkste gebeurtenissen van het jaar. Een hele week leven Mons en haar inwoners naar de Drievuldigheidszondag toe, dé hoogdag voor de hele stad. Zorg dat je er dit jaar bij bent!
Een voormiddag in het teken van de processie
Zorg dat je vroeg uit de veren bent, zodat je het begin van de processie niet mist om 9u30. Op deze Ducasse-zondag loont het absoluut de moeite om vroeg op te staan. U hebt namelijk de kans om een van de mooiste (zo niet dé mooiste) religieuze optochten van België mee te maken, een meer dan zeven eeuwen oude traditie. In totaal kunt u 1.500 figuranten zien passeren in traditionele klederdracht. Onder begeleiding van muziek herinneren zij ons aan de vooraanstaande rol van Mons doorheen de Europese geschiedenis. De figuranten passeren in groepjes, elk met de kleuren en het teken van hun verenigingen. Zwaai zeker ook eens als u een bekende herkent! Maar weet wel dat de figuranten hun rol uiterst ernstig nemen en dat ze niet zo gemakkelijk uit de rol van hun personage vallen. Zelfs als ze langs het volledige parcours worden toegejuicht als echte sterren.
Misschien ontwaart u wel de echte ster van de stoet: Saint-Georges, of de bekende ridder die na afloop van de processie de Draak zal bekampen. En als kers op de taart zult u uiteraard de Gouden Koets (Car d'Or) voor uw voeten zien passeren op volle kracht op weg naar de rampe Sainte-Waudry (Sint-Waltrudis helling).
Iedereen kijkt vol spanning toe hoe de Gouden Koets de weg beklimt
Het spel van de heilige Joris of “Lumeçon”
Na de beklimming door de Gouden Koets kunt u meelopen met Sint-Joris en een hele meute fascinerende personages die via de Rue des Clercs naar de Grand-Place trekken, voor de gelegenheid omgetoverd in een ware arena. De stoet kan zich gelukkig nog maar net een weg banen door de mensenzee! Het duel vormt het orgelpunt van de Ducasse van Mons. Zelfs uit het Belfort weerklinkt voor de gelegenheid de muziek van Doudou!
Sint-Joris loopt vooraan, met 12 Chin-Chins in zijn kielzog. Ze symboliseren meutehonden die Sint-Joris moeten beschermen. U kunt ze gemakkelijk herkennen, ze gelijken aan paard-petticoaten. Ook de politie en brandweer spelen een rol in dit historische gevecht, u hoeft zich dus geen zorgen maken als u hun plots talrijk ziet verschijnen. 11 mannen in het wit dragen de Draak, waarvan de staart wordt ondersteund door 8 mannen bedekt met bladeren.
Het duel mag beginnen. Sint-Joris en het beest draaien een half uur lang rond in de arena, de eerste in wijzerzin, de andere in de andere richting. Dit voorspel ligt trouwens aan de basis voor de term “Lumeçon”: limaçon betekent slakkenhuis en dient als symbool voor deze cirkelbewegingen. Er zijn ook 11 duivels aanwezig. Zij behoren uiteraard tot het vijandelijke kamp en proberen Sint-Joris met hun koeienblazen te bekampen. Gelukkig zijn er de Chin-Chins om hem te beschermen! Tijdens een hevig gevecht proberen ze elk hun meester naar de overwinning te leiden. Maar ook de toeschouwers blijven niet achter! Als er geen omheining stond, zou iedereen al in de arena gelopen zijn. Luidkeels moedigen ze Sint-Joris aan en proberen ze een pluk paardehaar te pakken te krijgen van de staart van de Draak, wat het komende jaar geluk zou brengen. Al maakt u waarschijnlijk meer kans om er na afloop van het gevecht op de stenen van de Grand-Place te vinden.
Het hele gevecht verloopt wel degelijk volgens een strak plan, al lijkt dat op het eerste zicht misschien niet zo te zijn. Iedereen weet perfect wat hem of haar op ieder moment te doen staat. De deelnemende Bergenaren zijn afkomstig uit alle sociale lagen van de stad en uit alle beroepsklassen en hebben het hele jaar gerepeteerd om het scenario perfect uit te voeren. Als u goed kijkt, ziet u dat Sint-Joris eerst een lans vast heeft (die drie keer stuk zal gaan), daarna met een zwaard vecht, om uiteindelijk een pistool te gebruiken. Het derde pistoolschot betekent het definitieve einde voor het beest. Goed zo! Sint-Joris is de overwinnaar van het duel, het Goede heeft het Kwade verslagen. De spelers van de Lumeçon geven een accessoire van hun kostuum aan het publiek vooraleer naar het
stadhuis te gaan. Nu is iedereen vrij om de Ducasse verder te vieren.
En de andere dagen?
Op vrijdagavond, twee dagen voor deze processie, wordt het feest op gang getrapt met het traditionele concert. “Een concert van wie?”, vraagt u zich waarschijnlijk af. Dat verschilt elk jaar. Enkele weken voor de Ducasse worden de namen van de genodigden bekendgemaakt. Maar eigenlijk maakt het helemaal niet uit of u ze kent of goed vindt, de sfeer loont sowieso de moeite! Dit concert vindt midden in het centrum plaats, op de Grand-Place van Mons. Wie liever toekijkt vanop een terras, reserveert best al maanden op voorhand een plekje of moet heel veel geluk hebben dat er net iemand weggaat. Maar maakt u zich geen zorgen. De sfeer van het publiek voert u helemaal mee en op het hele plein lopen obers met een dienblad hoog boven hun hoofd.
Op zaterdag wordt de reliekhouder naar beneden gehaald en is er de fakkeltocht. Voor het eerste moet u bij de Kapittelkerk Sint-Waltrudis zijn, vernoemd naar de patroonheilige van de stad. Haar relieken worden naar beneden gehaald voor de ogen van een verwonderde menigte, de deken en de burgemeester. De reliekhouder van Waltrudis wordt op de Gouden Koets geheven, klaar om de volgende dag haar jaarlijkse toch door de stad te maken. Tijdens deze ceremonie kunt u ook het bekende Doudou-deuntje aanhoren in een Kapittelkerk. Kippenvel verzekerd!
Voor de fakkeltocht moeten we op een andere plek zijn. Afspraak om 22u aan het begin van de Rue de Nimy (die naar de Grand-Place leidt). Vrijwilligers met fakkels begeleiden de stoet en de muzikanten. Een eerste groep vat de tocht aan, al volgt de rest vrijwillig langzamer. Wanneer de kloof te groot wordt, rent de tweede groep naar de eerste. U hebt misschien het gevoel tussen een stel moordzuchtige Vikings te zijn beland, maar ook hier is niks minder waar! Alles verloopt wel degelijk volgens een uiterst strak schema! De “achtervolging” trekt door de stad om uiteindelijk op de Grand-Place aan te komen.
Maandag is er braderij. Sommige winkeliers stellen hun waar buiten tentoon, anderen verplaatsen zich en komen erbij voor de gelegenheid. Het voetgangersgebied vormt één grote openluchtmarkt, waar iedereen goede zaakjes probeert te doen! Vindt u niks naar uw zin? Misschien komt u wel iemand tegen die u met plezier een glaasje aanbiedt!
Op dinsdag sluit een schitterend vuurwerk de Ducasse af! Dit vormt de laatste feestavond, met een tournée générale op de Grand-Place! En zoals ze in Mons zeggen: « In v’la co pou ein an » (Nog een jaar gerust)
Ontdek het zelf: de Ducasse van Mons biedt ongetwijfeld een rijkgevuld programma! Hier hebt u alleen nog maar de grote lijnen gelezen. Een iets moet u nog weten, namelijk dat het gevecht van de Doudou opnieuw wordt nagespeeld door kinderen op de zondag na de Drievuldigheidszondag. Kwestie van de feestvreugde van de Ducasse nog even aan te houden!
Wist u dat...
De Doudou in 2005 door
Unesco erkend is als Oraal en Immaterieel Erfgoed van de Mensheid? Deze Ducasse meer is dan gewoon een gelegenheid waarop de Bergenaren elkaar weerzien en samen plezier maken? Tijdens deze dagen verbroederen alle Bergenaren, ongeacht hun sociale afkomst. Op dergelijke momenten wordt luidkeels geroepen: “Et les Montois ne périront pas”! (“De Bergenaren zullen nooit vergaan”).